GRENSOVERSCHRIJDEND SAMENWERKINGSPROGRAMMA

Met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

VEG-i-TEC

Kerngegevens

Projectleider

Universiteit Gent
Sint-Pietersnieuwstraat 25
9000 Gent
BELGIE

Contactpersoon

Imca Sampers

Begindatum

01-04-2018

Einddatum

31-12-2022

Budgettaire elementen

Totaal Budget
2 806 546,47 €

Website:

http://www.gotos3.eu/





VEG-i-TEC

Piloothal voor toegepast onderzoek en ontwikkeling rond verwerkingsprocessen van groenten en aardappelen

axe1

Categorie

Projectenportefeuille

Specifieke doelstelling van het programma

Versterken van het onderzoek en de innovatie van de grensoverschrijdende zone in de strategische sectoren en de sectoren met een sterke complementariteit

Domein van bijstandsverlening

Onderzoeks- en innovatieactiviteiten in openbare onderzoekscentra en kenniscentra, met inbegrip van netwerking


De ontwikkeling van nieuwe technologieën, de verwerving van kennis of de ontdekking van oplossingen tijdens onderzoeksprojecten blijft steken in de onderzoeksfase en bereikt nauwelijks de doelgroep, namelijk de ondernemingen. De stap van de onderzoeksfase naar de implementatie van technologische innovaties is soms te groot omdat bepaalde socio-economische factoren onbekend zijn of niet in aanmerking worden genomen. Zo blijven ondernemingen bestaande (soms verouderde of niet complete) kennis gebruiken en blijkt de overstap van traditionele technologieën naar innovatieve technologieën een ingewikkeld proces. Tijdens het project VEG-i-TEC zullen modulaire proceslijnen worden opgebouwd die representatief zijn voor de groente- en aardappelverwerkende industrie. Dit maakt het mogelijk om het effect van verschillende eenheidsbewerkingen waaronder deze innovatieve technologieën te evalueren afhankelijk van de kwaliteit van het eindproduct, het hygiënisch ontwerp alsook het water- en energieverbruik. Ook kan de economische, ecologische (duurzaamheid) en/of sociale impact van deze technologieën worden bestudeerd. Deze multidisciplinaire aanpak maakt het mogelijk om de ondernemingen een volledig antwoord te bieden over het al dan niet kiezen van een welbepaalde technologie en haar implementatie in het bedrijf.      

Rapporteringsdatum 01-09-2023

VEG-i-TEC ambieert om een grensoverschrijdende proeftuin te zijn met state-of-the-art technologie voor voedselverwerking, verpakkings-, sensor- & interfacing technologie (gerelateerd aan water, energie, kwaliteit, ...) en nieuwe reinigings- en desinfectietechnologieën. Hiervoor zijn bij de partners (Adrianor, INRAE, Howest en UGent) de nodige pilootinfrastructuur aanwezig, welke dienen voor toegepast onderzoek, training en demonstraties om productieprocessen voor en met de groente- en aardappelverwerkende industrie en de toeleveranciers (onder meer de machinebouwers en watertechnologie- en sensorleveranciers) te innoveren en te optimaliseren. De bedrijven maken onder andere deel uit van onze adviesgroep. Na een bevraging bij de industrie zijn vijf prioritaire gebieden naar voor gekomen om de transformatieprocessen te verbeteren: de productiviteit van de machine (rekening houdend met de waterkwaliteit en -verbruik), de veiligheid van de bediener, het hygiënische ontwerp van de apparatuur, de energie-efficiëntie en de kwaliteit van de verwerkte eindproducten. Voor deze laatste is er nood aan nieuwe pilootinfrastructuur zoals een stoom- en waterblancheur (met of zonder onderdompeling) en een stoominstallatie. De proceslijnen werden tijdens het project uitgewerkt en werden aangekocht binnen dit project of in samenwerking met verschillende andere EFRO projecten (bv. Belgian Fries Pilot, Proeftuin Voeding-Water, Onderzoeksgebouw VEG-i-TEC), rekening houdend met het hygiënisch ontwerp en efficiënt water- en energiegebruik en de monitoring. Een deel van deze proceslijnen werd dan ook al uitgerust met verschillende energie en watersensoren. Tijdens het uitvoeren van een aantal inventarisatieanalyses bij diverse groente- (vers, versneden en diepvries) en aardappelverwerkende (diepvries aardappelproducten) bedrijven werd duidelijk dat de nodige data voor het opmaken van de correcte massa- en energiebalansen niet in voldoende mate aanwezig zijn (voorbeeld: geen gegevens over water- en energieverbruik voor verschillende eenheidsoperaties). Voor één case werd een levenscyclusbeoordeling (LCA) opgemaakt, maar als gevolg van de gegevenslacune moesten veel aannames worden gemaakt, hetgeen resulteerde in een aanzienlijke mate van onzekerheid bij de uitvoering van een LCA van het transformatieproces. Om dit grensoverschrijdende probleem aan te pakken, zijn verschillende projecten op dit gebied uitgevoerd. Om aan de behoeften inzake energie- en waterverbruik te voldoen, is initieel een Excel ontwikkeld en vrij ter beschikking gesteld op de VEG-i-TEC.eu website. Het is bestemd voor industriëlen die een meetplan willen opzetten om hun verbruik nauwkeuriger te kennen en te kunnen optimaliseren. Hiervoor zijn ook twee pilot installaties opgesteld, in Arras (Adrianor) en Kortrijk (UGent) met hierbij verschillende verwerkingslijnen voor groenten en aardappelen. Deze staan ter beschikking van grensoverschrijdende industriëlen om (nieuwe) technologieën te bestuderen, uit te testen alsook te demonstreren. Het specifieke karakter van beide piloothallen hebben elkaar goed aangevuld. Bij de start van het project heeft Howest zo heel wat kennis en expertise kunnen opdoen bij Adrianor hoe de energiestromen in kaart te brengen en hoe de processen te monitoren. Howest heeft ook rekening gehouden met de mogelijke verbeterpunten die Adrianor ons heeft meegegeven. Zeer belangrijk is dat alle stappen van meten, capteren, opslaan, monitoren en analyseren zo autonoom mogelijk kunnen verlopen. Bij de architectuur van het datacaptatie systeem en het implementeren ervan heeft Howest dan ook rekening gehouden met deze opmerkingen. Daarnaast wordt deze data continue bewaard in cloud cold storage als een csv formaat en tevens ook in een hot storage in een timeseries Cloud database service. Dit maakt het mogelijk om dashboards te genereren waarmee de processen goed kunnen worden gekarakteriseerd, met elkaar kunnen worden vergeleken en op objectieve wijze kunnen worden bijgestuurd. Potentiële besparingen op het elektriciteits- en waterverbruik moeten zo gemakkelijker kunnen worden geïdentificeerd. Het onderzoek naar oppervlaktehygiëne is veelzijdig: hygiënisch ontwerp van apparatuur; onderzoek naar innovatieve reinigingsprocessen, met name stromend schuim; en een studie naar oppervlaktebesmetting in relatie tot het risico dat wordt gevormd door spatzones en duidelijk aanwezige grensvlakken tussen lucht en vloeistof. Aangetoond werd dat met stromend schuim oppervlakteverontreiniging bij een laag debiet en weinig water (50% waterschuim) efficiënter kan worden verwijderd dan met een gelijkwaardige conventionele reiniging ter plaatse, met een milieubalans van meer dan 80% minder effecten. Bovendien werd de rol van parameters zoals de grootte en het hydrofiel/hydrofoob karakter van de microbiële cellen, het hydrofiel/hydrofoob karakter en de topografie van de materialen op de structuur van de afzettingen na het drogen van verontreinigde druppels uit spatten gekarakteriseerd en in het bijzonder op het gemak waarmee deze vervuilde oppervlakken kunnen worden gereinigd. De in het project beoogde bacteriën hebben ook zeer uiteenlopende capaciteiten om materialen te besmetten op grensvlakken tussen lucht en vloeistof (hoeveelheid biofilm, structuur, weerstand tegen verwijdering, enz.). Om aanvullende informatie te verzamelen (invloed van de aard van het materiaal, temperatuur, hygrometrie, enz.) werd een diepgaande omgevingsanalyse uitgevoerd bij één case. In functie van het (her)gebruik van water werd samengewerkt met diverse projecten en werd voornamelijk gekeken naar micropolluenten zoals gewasbeschermingsmiddelen die potentieel hergebruik of lozing kunnen belemmeren en hoe deze met behulp van ozon en/of actief kool te verwijderen. Een behandelingstrein voor blancheerwater werd op labo- en pilootschaal uitgetest voor hergebruik van het proceswater. VEG-i-TEC is één van de 17 projecten in de GOTOS3 projectportefeuille. De verspreiding van de resultaten vindt plaats via een website (www.veg-i-tec.eu), sociale media (zoals onderzoeksportaal ResearchGate; LinkedIN (https://www.linkedin.com/company/11503917); twitter (#vegitec)), lesmateriaal, georganiseerde evenementen en publicaties in beide landen voor de industrie, het grote publiek en andere onderzoeks- en kennisinstellingen.