De poster moet zichtbaar in de lokalen van elke projectpartner opgehangen worden. De geassocieerde projectpartners mogen maar moeten ze niet ophangen.
De posters moeten niet per se tweetalig zijn op hetzelfde document. Het is dus mogelijk twee verschillende posters te maken (een in het Frans en een in het Nederlands). De partners mogen enkel de poster in hun taal ophangen.
Het Engels mag gebruikt worden wanneer de twee officiële talen van het programma al gebruikt werden of wanneer de projectpartners dit echt kunnen motiveren (bv. Internationaal evenement). Bij voorkeur wordt de beslissing vermeld in het verslag van het begeleidingscomité.
De roll-up/kakémono moet trouwens door de projectleider goedgekeurd worden vooraleer in druk te gaan.
Het door het programma geleverde projectlogo ende vermelding van de EFRO-steun moeten verplicht op elke communicatiedrager staan, tenzij de drager te klein is om al deze informatie te vermelden.
Ja, maar de uitgaven voor het ontwerp van dit nieuwe logo zijn niet subsidiabel.
Het blijft verplicht om het logo dat door het programma geleverd wordt op alle communicatiedragers te plaatsen. Indien een nieuw logo gecreëerd wordt zullen er op elke communicatiedrager dus twee verschillende logo’s voor het project staan.
Het communicatiepakket van het programma wordt bij aanvang van het project aan de projectleider bezorgd door het technisch team. Hij moet dan de beschikbare elementen aan zijn partners bezorgen.
De projectpartners kunnen bijkomend materiaal krijgen. Dit moet bij het steunpunt van het Technisch Team van het project opgehaald worden. De gevraagde hoeveelheden moeten in verhouding staan tot het georganiseerde evenement en worden vastgelegd in samenspraak met het steunpunt van het Technisch Team.
Préférences
Veuillez adapter vos préférences en matière de cookies.
Fonctionnels
Optimisés
Voor meer informatie over het gebruik van cookies op deze website, lees ons privacycharter