GRENSOVERSCHRIJDEND SAMENWERKINGSPROGRAMMA

Met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

PROTECOW

Kerngegevens

Projectleider

Inagro
Ieperseweg 87
8800 Rumbeke
BELGIE

Contactpersoon

Johan Mahieu

Begindatum

01-01-2017

Einddatum

31-12-2020

Budgettaire elementen

Totaal Budget
1 054 513,31 €

Sociale netwerken



Website:

http://www.interreg-protecow.eu/





PROTECOW

Grensoverschrijdend uitwisselen en toepassen van wetenschappelijke innovaties om de stikstofefficiëntie in de voeding en de rendabiliteit van melkveebedrijven te verbeteren

axe1

Categorie

Project

Specifieke doelstelling van het programma

Grotere overdracht en verspreiding van goede praktijken in de strategische sectoren en de sectoren met een sterke complementariteit in de grensoverschrijdende zone

Domein van bijstandsverlening

Onderzoeks- en innovatieprocessen in kmo's (met inbegrip van voucherprogramma's, processen, design, diensten en sociale innovatie)


Dierenvoer is de voornaamste as waarop boeren zich kunnen richten om hun productiekosten te beperken. Onder de verschillende types heeft voer op basis van soja al bewezen een zeer hoge voedingswaarde te hebben. Maar het gebruik ervan wordt steeds meer in vraag gesteld om economische redenen (de Europese afhankelijkheid van trans-Atlantische markten), milieuredenen (ontbossing, GMO, verrijking van landbouwgrond met stikstof) en kwaliteitsredenen (traceerbaarheid). De meerwaarde van plaatselijke producten verhogen is dan ook een prioriteit voor de melkveehouders. Frankrijk en België hanteren verschillende systemen om de waarde van hun voer te ramen. Daarom is het nodig grensoverschrijdende expertise in te zetten. Het doel van het project PROTECOW is de melkveehouders te helpen hun technische en economische resultaten te verbeteren door de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de drie regio’s. De ambitie is de rendabiliteit van de melkveebedrijven te verhogen en de input van stikstof in de rantsoenen en het gebruik van soja per geproduceerde liter melk te beperken. Hiertoe zullen drie types maatregelen worden getroffen: de oprichting van een grensoverschrijdende club van melkveehouders, overdracht van de onderzoeksresultaten naar de boerderijen en meer tweerichtings interactie in de traditionele configuratie van onderzoekers/consultants en melkveehouders.

Rapporteringsdatum 12-10-2021

In het project PROTECOW hebben de partners Avenir Conseil Elevage, CRA-W, Idele, ILVO en Inagro intensief samengewerkt met een grensoverschrijdende club van 18 melkveehouders (6 Franse, 6 Vlaamse en 6 Waalse) om grensoverschrijdend ervaringen en wetenschappelijke innovaties uit te wisselen tussen melkveehouders, voorlichters en onderzoekers om de stikstofefficiëntie in de voeding en de rendabiliteit van de melkveebedrijven te verbeteren. De talrijke resultaten van het project kregen veel aandacht van de melkveesector. Om een zo'n groot mogelijk publiek te bereiken werden deze verspreid onder verschillende vormen zoals technische fiches (9 fiches waarmee melkveehouders hun eiwitautonomie kunnen verbeteren, 5 simulatiefiches over de technische en economische impact van de vervanging van sojaschroot door een alternatief en 2 duurzaamheidsfiches om ammoniakemissies in de melkveehouderij te verlagen) of video's met 5 films motion design en 1 ingesproken PowerPointpresentatie. Om de resultaten aan het einde van het project te communiceren rekening houdende met de COVID-19 maatregelen eind 2020, heeft het team PROTECOW een "video-campagne" gelanceerd met een video met getuigenissen van melkveehouders uit iedere regio, vier thematische video-lessen (graslandbeheer, voederautonomie, voerefficiëntie en analyse van de rentabiliteit van het bedrijf) en een webinar met een digitaal bezoek aan een Waals melkveebedrijf. De videocampagne was een groot succes met een totaal bereik van meer dan 190.000 bezoekers. De video's zijn beschikbaar op de website www.interreg-protecow.eu (in de rubriek documenten) en op het PROTECOW YouTube-kanaal. Alle communicatiemiddelen die zijn gebruikt om de resultaten te verspreiden, zijn terug te vinden op de website "www.interreg-protecow.eu", die gedurende de looptijd van het project zo’n 35.000 bezoekers bereikte. De resultaten en technische informatie van het PROTECOW-project werden ook verspreid via de sociale media (zo’n 500 fans voor de Facebook-pagina en gedeeld via professionele accounts (Facebook + Twitter) van de partners). Onze grensoverschrijdende aanpak met positieve resultaten kreeg ook heel wat bijval in de vakpers in de 3 regio’s. Dit resulteerde in meer dan 80 artikelen waarbij de goede praktijken van melkveehouders aan beide zijden van de grens mooi voorgesteld werden. Ook onze grensoverschrijdende bezoeken droegen hiertoe bij. Op die manier werden er talrijke grensoverschrijdende contacten gelegd binnen de sector, die ook na afloop van het project zullen verder gezet worden. Hett project heeft het vraagstuk van de eiwitautonomie op melkveebedrijven vanuit verschillende invalshoeken benaderd. Er werd een inventaris opgemaakt over de voederpraktijken op de melkveebedrijven om goed de efficiëntie van de eiwitbronnen in beeld te kunnen brengen. De rantsoenen werden door een gelijke benadering grensoverschrijdend vergeleken en er werd gezocht naar stikstofefficiënte rantsoenen in praktijkomstandigheden. Tijdens de bijeenkomsten van de grensoverschrijdende club kwamen verschillende onderwerpen aan bod die de visie van de deelnemers verruimen, zoals het beheer van de veestapel, de graslanduitbating, gedachtewisselingen rond intensivering van en de organisatie van het werk op het melkveebedrijf, de actualiteit zoals hittestress met blijvende aandacht voor de technische en economische resultaten. De talrijke uitwisselingen binnen deze grensoverschrijdende club met melkveehouders, onderzoekers en de voorlichters waren de motor van het project. Deze uitwisselingen maakten het de deelnemers mogelijk om zowel de geslaagde als minder geslaagde ingrepen te delen om zo samen vooruitgang te boeken samen met de adviseurs van de partners. Na vier jaar is de "PROTECOW-balans" positief, aangezien de brutomarges in de 3 regio's positief zijn geëvolueerd (+24 tot +33%), terwijl de verschillen tussen de melkveehouders kleiner geworden zijn (-42% tussen 2017/2018 en 2019/2020) door het toepassen van de beste praktijken aan beide kanten van de grens. Dankzij de praktijkuitwisselingen kon kennis grensoverschrijdend worden uitgewisseld tussen de melkveehouders maar tevens met de voorlichters. Dit heeft geleid tot een zeker "cascade-effect", aangezien de goede resultaten die in de grensoverschrijdende PROTECOW-club zijn bekomen, vervolgens door de voorlichters verspreid werden in de in totaal 105 bijeenkomsten van discussiegroepen die in het kader van het project weden opgericht. De resultaten werden vervolgens ook door diezelfde of andere voorlichters ook verspreid onder andere groepen melkveehouders. Bovendien heeft de samenwerking tussen melkveehouders/voorlichters/wetenschappers het mogelijk gemaakt de haalbaarheid te testen van de vernieuwingen die worden overwogen om de autonomie van de landbouwbedrijven te verbeteren. Alle verworven kennis zal ook worden meegenomen in de adviezen die na afloop van het project aan de melkveehouders worden gegeven, zodat de resultaten en methodieken die uit het project zijn overgedragen, verder kunnen worden verspreid en toegepast. De Franse en Belgische rantsoenen hebben een andere "gras-maïs"-balans, met meer gras in België en meer kuilmaïs in Frankrijk. Zo is in België het kuilgras heel het jaar aanwezig in het rantsoen met een aandeel van 24%. Andere ruwvoeders zijn meer aanwezig in Frankrijk, met name door een hoger verbruik van geperste bietenpulp. Ten slotte is het aandeel van de weilanden in beide landen gemiddeld laag. Er zijn meer krachtvoeders aanwezig in het rantsoen in België. De melkproductie met deze rantsoenen is van een hoog niveau en hoger dan de nationale gemiddelden van de twee landen. De melkproductie is identiek, maar het vetgehalte is nog steeds lager in Frankrijk. De evaluatie inzake stikstof heeft nood aan precieze cijfers inzake de verstrekte hoeveelheid voedermiddelen en het stikstofgehalte in deze voedermiddelen. Sinds de herfst van 2018 werden gedetailleerde gegevens op de 18 bedrijven van de grensoverschrijdende club verzameld zodat deze rantsoenen verder in detail geëvalueerd kunnen worden. Vergelijken tussen verschillende bedrijven over de grenzen heen bleek een grote uitdaging. De technische partners van het project wisselden hun ervaringen uit rond het Franse INRA-systeem (eenheid vertering melk (Unité Encombrement Lait) -UEL) en het Belgisch CVB-systeem (structuurwaarde) om de rantsoenen beter te kunnen vergelijken en de meerwaarde van de twee systemen te kunnen combineren. De complexiteit van de formules die aan weerszijden van de grens worden gebruikt, verklaart ook waarom er nog niet eerder een vergelijkingsinstrument werd ontwikkeld. Om dit probleem aan te pakken heeft het CRA-W een instrument ontwikkeld, "PROTERAT" genaamd, waarmee een rantsoen voor melkkoeien in beide rantsoeneringssystemen kan worden geanalyseerd. Dankzij dit project was het voor het eerst mogelijk de rantsoenen op grondige wijze te vergelijken. Bovendien heeft het gebruik van dit instrument, maar vooral de talrijke uitwisselingen tussen de partners, geleid tot de integratie van de toegevoegde waarde van de twee systemen in het grensoverschrijdend advies. Bij de Franse advisering wordt nu ook de structuurwaarde van het ruwvoer uit Belgisch systeem meegenomen. De Belgische partners namen de betere inschatting van de droge stof opname door koe (UEL – Unité d’Encombrement Laitière) en de evaluatie van rantsoenen op vlak van pensverzuring uit het Franse systeem over bij hun berekening van de rantsoenen. Dit maakt dat de rantsoenberekening aan beide zijden van de grens ook in de toekomst op een betere manier zal gebeuren. Er werd een grote variatie waargenomen tussen de bedrijven wat betreft aanbreng van onbestendig eiwit in de rantsoenen en melkureum. Een dergelijke variatie wijst erop dat er mogelijkheden zijn om de stikstofefficiëntie op melkveebedrijven te verbeteren. De partners gingen op zoek naar stikstofefficiënte rantsoenen die aanleiding geven tot lagere ammoniakemissies. In elke regio werd een voederstrategie opgevolgd op een melkveebedrijf om de stikstofefficiëntie en het effect op de emissies te bestuderen door middel van simulaties met de Nederlandse tool “KringloopWijzer”. Hierbij werd bekeken welke impact een bepaalde verandering op een bedrijf heeft op de ammoniakemissies. Zo werden de gevolgen van het vervangen van geïmporteerd sojaschroot door koolzaadschroot met toevoeging van beschermde lysine, de impact van krachtvoederbeheer en het effect van ad libitum voederen opgevolgd om de stikstofefficiëntie te kunnen berekenen. De resultaten van deze praktijkproeven werden gevaloriseerd in de duurzaamheidsfiches en een artikel op de website. Daarnaast zijn de resultaten ook verwerkt in de tweede videoles (regionale autonomie). Op het einde van het project wisselden de partners de technische resultaten uit met de partners van het Interreg Grande Région project ‘Autoprot’ (www.autoprot.eu) aangezien hun onderzoeksthema's vergelijkbaar zijn. Een aandachtspunt was de "PROTECOW-communicatie"-strategie die tijdens de gehele duur van het project is uitgevoerd en die een goede verspreiding van onze resultaten (tijdens en zelfs na het project) mogelijk heeft gemaakt.