De mobiliteit van de werknemers tussen België en Frankrijk
Tijdens de plenaire vergadering van dinsdag 8 maart hebben de leden van het Europees Parlement gedebatteerd over de regels voor werknemers die in een lidstaat werken en tijdelijk door hun werkgever naar een ander land worden gestuurd. Die werknemers worden gewoonlijk “gedetacheerde werknemers” genoemd.
Tijdens die vergadering was het leitmotiv van commissaris Marianne Thyssen: “Gelijk loon voor gelijk werk”, ongeacht in welk land iemand werkt. De Europese arbeidsmarkt is immers veranderd en de kloof tussen het laagste en het hoogste minimumloon in de lidstaten is nog groter geworden: waar de verhouding in 1996 nog 1:3 was, is die nu 1:10 geworden.
Volgens mevrouw Thyssen zou de wetgeving een betere bescherming van de gedetacheerde werknemers moeten bieden, en daarnaast ook non-discriminatie, gelijke voorwaarden voor de leveranciers van nationale en grensoverschrijdende diensten, meer transparantie en meer rechtszekerheid.
Het wetsvoorstel zal in de komende maanden besproken en beoordeeld worden door het Parlement en de Raad.
Zicht op de mobiliteit van de “Frans-Belgische” of “Belgisch-Franse” werknemers: de cijfers
Een van de dagelijkse taken van het Interreg-Programma France-Wallonie-Vlaanderen, via programmadoelstelling 9 “Bevorderen van de werkgelegenheid en van de grensoverschrijdende mobiliteit van de werknemers en integreren van de arbeidsmarkten”, is bij te dragen aan een betere mobiliteit van de werknemers aan weerskanten van de Belgische en Franse grens.