GRENSOVERSCHRIJDEND SAMENWERKINGSPROGRAMMA

Met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

VALSE

Kerngegevens

Projectleider

ISSeP
Zoning Schweitzer
Rue de la Platinerie 12
7340 Wasmes
BELGIE

Contactpersoon

Laurence HAOUCHE

Begindatum

01-10-2016

Einddatum

31-03-2022

Budgettaire elementen

Totaal Budget
4 157 724,60 €

Website:

https://valse.info/





VALSE

Nieuwe grensoverschrijdende middelen : naar een validatie van scenario’s voor de valorisatie van sedimenten en andere materialen

axe3

Categorie

Project

Specifieke doelstelling van het programma

Ontwikkelen van het geïntegreerde en duurzame beheer van de natuurlijke hulpbronnen en van de grensoverschrijdende ecosystemen

Domein van bijstandsverlening

Bescherming en verbetering van de biodiversiteit, natuurbescherming en groene infrastructuur


Het noorden van Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen zijn drie regio’s met veel onderlinge verbindingen tussen de waterwegen. Het relatief vlakke reliëf leidt tot een sterke sedimentatie en de noodzaak om te ruimen is groot. Dit probleem kan nog verergeren door de toename van de regenval als gevolg van de klimaatverandering, die de uitloging van de bodem in de hand werkt. De specifieke beheermethoden van elke regio hebben ook hun beperkingen, maar de vaststelling is overal dezelfde en grensoverschrijdend: geen enkele regio heeft voldoende oplossingen voor het beheer van het gebaggerde sediment. Daarom heeft het project VALSE de ambitie dit materiaal, dat vaak als afval wordt beschouwd, te hergebruiken. Dit werk zal de aanleg vereisen van structuren zoals landschapsheuvels of fietspaden, die de effectieve integratie van het sediment in de streek en zijn duurzame gebruik bevorderen. Het project is voor de belanghebbenden in de grensstreek een reële kans om het thema met gezamenlijk overleg aan te pakken, de initiatieven van de verschillende partners te vergelijken en hun haalbaarheid te evalueren. 

Rapporteringsdatum 09-06-2023

Het Valse-project is opgezet rond verschillende afzettingen die het toelieten om sedimenten aan te leveren uit de drie regio's: een stortplaats voor sedimenten in Saint Omer, de lagune van Sedisol in Farciennes, het verzamelcentrum van Ampsin, en het kanaal Gent-Terneuzen. Alle Franse en Belgische sedimenten zijn in Wallonië (bij CTP) geprepareerd om te voldoen aan de eisen van de te testen toepassingen. De valorisatie van de fijne fractie van minder dan 63 µm, in puzzolaanadditieven ter vervanging van hydraulische bindmiddelen in de bouw en openbare werken, en in geëxpandeerde granulaten. Dit werk, dat in Vlaanderen werd uitgevoerd, kwam tot stand dankzij een samenwerking tussen het Vlaamse laboratorium VITO en IMT Nord-Europe (Frankrijk). De tests resulteerden in de vervaardiging van een koolstofarm bindmiddel uit gecalcineerd sediment. Een ander valorisatietraject dat werd getest is de verwerking van de grove fractie van sedimenten bij de vervaardiging van cement/beton. Het werd uitgevoerd in Frankrijk bij IMT Nord-Europe in samenwerking met het ISSeP (Wallonië). Na verschillende laboratoriumtests is een geschikte betonformulering gekozen op basis van de mechanische en milieu-eigenschappen. Het maakt de aanleg mogelijk van een fietspad op ware grootte in Wallonië op het terrein van SPW MI in Chatelet. De prestaties ervan worden in de loop van de tijd opgevolgd aan de hand van een reeks mechanische en milieutests die met vaste tussenpozen worden uitgevoerd door samenwerking van SPW, het ISSeP en IMT. Tenslotte wordt een valorisatietraject voor sedimenten bestudeerd via een ecologische en ecotoxische monitoring van een landschapsheuvel van sedimenten in Farciennes in Wallonië. Deze monitoring, die in 2017 van start ging, werd gedupliceerd op de sedimentstortplaats in Saint Omer (Frankrijk). De verkregen resultaten laten geen nadelige effecten zien. Zij ondersteunen een mogelijk valorisatietraject van dit soort materialen. Naast technische oplossingen voor de karakterisering en valorisatie van materialen wordt in het kader van het project van gedachten gewisseld over een hulpmiddel bij de besluitvorming over de prioritering van de valorisatie van sedimentstortplaatsen (afzettingen). INERIS heeft een benadering opgezet voor de evaluatie en classificatie van sites voor onshore sedimentbeheer. Het ISSeP en BRGM hebben veel werk verricht voor de analyse en spatialisering van de gegevens (Franse en Waalse sedimentafzettingen) met als doel deze afzettingen in overeenstemming te brengen met mogelijke behoeften/toepassingen. Er werden vijf cartografische projecten voorgesteld met vijf mogelijke toepassingen in de agronomie of voor infrastructuur. In het project wordt ook gekeken naar de grensoverschrijdende wettelijke aspecten met betrekking tot het beheer van de bestudeerde materialen, die in sommige gevallen de valorisatie-aanpak kunnen belemmeren. Er werd een vergelijking gemaakt van de praktijken rond de problematiek van sedimenten en afgegraven grond in de drie regio's (BRGM, CTP, ISSeP en VITO). Het doel is bij te dragen tot de discussie over een mogelijke harmonisatie van de benaderingen "grond" en "sediment" in de drie regio's en het aanbod inzake valorisatie te verruimen. Zo worden modellen en methodologieën voor het voorspellen van het gedrag van onshore sedimenten getest door BRGM in samenwerking met het ISSeP. Het is de bedoeling een vereenvoudigde methodologie voor te stellen voor de valorisatie van sedimenten die vergelijkbaar is met die voor uitgegraven grond in Frankrijk. Een valorisatie volgens deze methode in andere deelgebieden (Waalse en Vlaamse regelgeving inzake de recuperatie van sedimenten en uitgegraven gronden) wordt bestudeerd. Parallel met het vaststellen en valideren van valorisatietrajecten voor de materialen is een discussie opgezet over de ontwikkeling van methodologieën voor een betere milieukarakterisering van sedimenten. De universiteit van Lille, BRGM, CTP, INERIS en het ISSeP hebben eerst samengewerkt aan de ontwikkeling van het aspect van karakterisering op het terrein. In dit kader werd een goudelektrode gevalideerd voor de meting van Zn, Pb en Cu, werd de app spectraphone ontwikkeld om met behulp van een smartphone de concentratie van AVS (Acid Volatile Sulfides, een indicator van de reactiviteit van sedimenten) te meten, werd het protocol voor het gebruik van de pXRF gestandaardiseerd voor de analyse van metallische elementen en getest voor de meting van zeldzame aardmetalen. Vervolgens werden de zogenaamde "opkomende" en potentieel problematische verontreinigende stoffen van het type macro- en microplastics geprioriteerd en werd hun karakterisering in het sediment uitgevoerd door IMT Nord-Europe en de Universiteit van Lille. Daarom werd een scheidings- en extractieprocedure geoptimaliseerd om hun kwantificering in sedimenten mogelijk te maken. Alle projectactiviteiten kunnen gevolgd worden op de website https://valse.info. De resultaten van het project zijn gepresenteerd tijdens evenementen over het thema sedimenten zoals de conferenties van het netwerk SedNet (2019, 2020, 2021) en de symposia I2SM (2018 en 2021). De organisatie van de slotconferentie van het project was tevens een gelegenheid om de resultaten van het project te presenteren, die grote belangstelling hebben gewekt in de industriële wereld. Tijdens de conferentie werd ook het fietspad op basis van sedimenten uit waterwegen ingehuldigd. Dit educatieve fietspad kan worden gebruikt om leerlingen te sensibiliseren over verkeersveiligheid, maar ook voor voorlichting over de kringloopeconomie. Over de resultaten van het project zijn ook wetenschappelijke publicaties verschenen, op de verschillende bestudeerde domeinen: milieukarakterisering en ontwikkeling van instrumenten, validering van valorisatietrajecten (ecologische monitoring van landschapsstructuren, maar ook valorisatie op civieltechnisch gebied bij de formulering van beton en cement).